Procedures

Procedures

Omgevingswet

De Omgevingswet brengt regelgeving over ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water samen in 1 wettelijk stelsel. De wet vormt daarmee de basis voor een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. De wet zorgt voor minder regels, een samenhangende benadering van de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming.

De Omgevingswet bevat de kaders van het recht voor de fysieke leefomgeving. In 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s)  en een ministeriële regeling werkt de wetgever de Omgevingswet uit.

Procedures

Omgevingsbesluit

Hierin staan algemene regels over de procedures.
Procedures

Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

Hierin staan algemene regels die zich richten op overheden.
Procedures

Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

Hierin staan de algemene regels voor verschillende activiteiten.
Procedures

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Hierin staan de algemene regels speciaal gericht op het bouwen, verbouwen, in stand houden, gebruiken en slopen van bouwwerken.
Procedures

De omgevingsregeling

Hierin staan detailregels als uitwerking bij de 4 AMvB’s.

Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning
De type activiteit die het vaakst voor zullen komen binnen het Buurtschap Crailo zijn de ‘Bouwactiviteit (omgevingsplan)’ en ‘Bouwactiviteit (technisch)’. Dit zijn beide ‘bouwvergunningen’. De Bouwactiviteit (omgevingsplan), de naam zegt het eigenlijk al, richt zich op de toetsing van het desbetreffende omgevingsplan. De andere richt zicht op de technische eisen gesteld in het Bbl. Deze laatste zal ook vaak onder de Wet kwaliteitsborging (Wkb) vallen. Meer informatie hierover treft u verderop.

Bouwactiviteit (omgevingsplan)

Hieronder treft u de toetsingskaders met betrekking tot het de ‘Bouwactiviteit (omgevingsplan)’.

Het omgevingsplan bevat de gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft elke gemeente 1 omgevingsplan voor haar grondgebied.


Wat staat er in het omgevingsplan?

  • ruimtelijke regels uit bestaande instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);
  • regels uit gemeentelijke verordening over bijvoorbeeld erfgoed, afvoer van regen- en grondwater, bodemgevoeligheid etc.; en
  • rijksregels die worden gedecentraliseerd naar gemeenten (bruidsschat)


Waar zijn de omgevingsplannen te vinden?
Iedere gemeente heeft zijn eigen omgevingsplan. Deze zijn te raadplegen via het Omgevingsloket. Door de beoogde locatie in te vullen in de zoekfunctie of een locatie te selecteren op de kaart kunt u zien welke regels er gelden voor deze specifieke locatie.

Meer informatie over het omgevingsplan en de bruidsschat is te vinden op:

Een toetsingskader van het (tijdelijk) omgevingsplan voor bouwactiviteiten is onder andere het bestemmingsplan.

Op 7 juli 2021 hebben de drie gemeenteraden het bestemmingsplan Buurtschap Crailo unaniem vastgesteld. Het bestemmingsplan is geheel onherroepelijk in werking.

Onderdeel van het bestemmingsplan zijn de beleidsregels ‘mobiliteit en parkeren’ en ‘natuurinclusief bouwen en inrichten’. Uw plan moet voldoen aan deze beleidsregels, anders voldoet het plan niet aan het bestemmingsplan.

QuickScan en rekentool natuur inclusief bouwen en inrichten
Om een beter inzicht te krijgen in welke maatregelen toepasbaar zijn bij uw gebouwtypen hebben wij samen met een ecoloog een aanvulling gedaan op de menukaarten in de beleidsregels. Wij hebben hier een tabel aan toegevoegd. In deze tabel wordt uitgelicht hoe en welke beplanting, habitatmaatregelen en dierenverblijfplaatsen het ‘beste’ geplaatst kunnen worden voor een optimaal resultaat. Deze QuickScan <link toevoegen> helpt u op weg bij het ontwerpen en uitwerken van uw plan.Zoals eerder vermeld is afhankelijk van het gebouwtypen een minimaal aantal ‘natuurpunten’ nodig. Bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunningen beoordelen wij of u aan het aantal punten voldoet en of de maatregelen ook behoren bij de bijbehorende gebouwtypen.

Wij verzoeken u om vóór het indienen van een aanvraag omgevingsvergunning een rekentool <link toevoegen> in te vullen en in te dienen bij uw aanvraag. Deze rekentool helpt u bij het berekenen van het aantal punten. Het gebouwtypen kan worden geselecteerd. Hieruit volgen de mogelijkheden bij deze gebouwtypen en hierin kunt u aanvinken welke maatregelen u neemt.

Deze rekentool kan ook onderdeel uitmaken van het beheerplan.

Een ander toetsingskader van het (tijdelijk) omgevingsplan voor bouwactiviteiten is de redelijke eisen van welstand, het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk.


Kwaliteitsteam
Voor de beoordeling aan de redelijke eisen van welstand is voor het Buurtschap Crailo een kwaliteitsteam opgericht.

Het Kwaliteitsteam adviseert over het ontwerp van gebouwen en over grote, beeldbepalende en structurerende elementen in de openbare ruimte.

Het Kwaliteitsteam bestaat uit acht leden.

Er zijn drie leden die drie disciplines vertegenwoordigen:

  • Ruimtelijke kwaliteit | Esther Vlaswinkel (SVP Architectuur en Stedenbouw B.V.)
  • Architectuur, stedenbouw en openbare ruimte | Ton Schaap (Ton Schaap Real Urbanism)
  • Landschap en erfgoed | Marlies van Diest (Bureau Marlies van Diest ontwerp)

Er zijn drie leden die vanuit hun lidmaatschap van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en hun expertise de gemeenten Gooise Meren, Hilversum en Laren vertegenwoordigen:

  • Vertegenwoordiging gemeente Gooise Meren | Alenca Mulder
  • Vertegenwoordiging gemeente Hilversum | Rowin Petersma
  • Vertegenwoordiging gemeente Laren | Jan van Laarhoven

Vanuit GEM Crailo B.V. zijn er twee leden (zonder stemrecht):

  • Voorzitter | Nanne Zwiep (projectdirecteur GEM Crailo B.V.)
  • Secretaris | Pauline van Roosmalen


Vergaderingen
De vergaderingen van het Kwaliteitsteam zijn openbaar voor wat betreft het behandelen van een voorlopig ontwerp, een definitief ontwerp alsook de aanvraag bij de omgevingsvergunning. Het Kwaliteitsteam stelt derden (toehoorders, belangstellenden, belanghebbenden, pers) graag in de gelegenheid om tijdens vergaderingen informatie met het Kwaliteitsteam te delen. De inbreng van derden wordt uitsluitend ter kennisgeving aangenomen.

Wilt u een keer een vergadering van het Kwaliteitsteam bijwonen, dan is dat mogelijk als u zich vooraf aanmeldt en daarbij aangeeft in welke hoedanigheid u aanwezig wilt zijn (toehoorder/belangstellend, belanghebbende, pers, etc.) en voor welk plan.

Aanmelden kan door een mail te sturen naar projectbureau@crailo.nl of door contact op te nemen met de behandelaar van uw voorlopig ontwerp, definitief ontwerp of aanvraag omgevingsvergunning.

Het Kwaliteitsteam komt in principe maandelijks op vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur bij elkaar op het projectbureau Crailo aan de Amersfoortsestraatweg 103 in Hilversum.

De vergaderdata voor 2024 zijn:

  • 21 juni 2024
  • 12 juli 2024
  • 6 september 2024
  • 25 oktober 2024
  • 22 november 2024
  • 13 december 2024

Deze toetsingscriteria (bestemmingsplan en welstand) zullen voor het gros van de aanvragen het belangrijkste zijn. Er blijft nog één andere over, namelijk: de bodemgevoeligheid van een gebouw of locatie.

Bouwactiviteit (technisch)

Hieronder treft u de toetsingskaders met betrekking tot het de ‘Bouwactiviteit (technisch)’.

De ’technische bouwactiviteit’ omvat het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. In hoofdstuk 4 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt het Rijk regels over de bouwkwaliteit. De gemeente kan alleen in aangegeven gevallen maatwerkregels opnemen in het omgevingsplan.

Sommige bouwactiviteiten zijn vergunningplichtig. Soms geldt een vergunningplicht, soms een meldingsplicht of een informatieplicht.

Het Besluit bouwwerken leefomgeving wijst gevallen aan waarin de technische bouwactiviteit vergunningplichtig is. Voor bouwactiviteiten in gevolgklasse 1 geldt een meldingsplicht. Bij zowel vergunningplichtige als meldingsplichtige bouwactiviteiten geldt ook informatieplicht.

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen heeft als doel de bouwkwaliteit te verbeteren. De toets vooraf op de bouwplannen wordt vervangen door de toets in de praktijk. Dit gebeurt op de bouwplaats zelf, tijdens het bouwproces. Deze toets in de praktijk wordt (in eerste instantie voor bouwwerken in gevolgklasse 1) door onafhankelijke kwaliteitsborgers uitgevoerd. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van de bouwer vergroot voor bouwfouten.

Bouwwerken zijn ingedeeld in gevolgklassen. Hoe groter de gevolgen zijn als er iets misgaat met het bouwwerk, hoe hoger de gevolgklasse.


Gevolgklasse 1 bouwwerken
Zijn onder andere woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen


Gevolgklasse 2 bouwwerken
Zijn onder andere bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen en woongebouwen tot 70 meter hoog.


Gevolgklasse 3 bouwwerken
Zijn onder andere metrostations, voetbalstadions, ziekenhuizen en gebouwen hoger dan 70 meter

Let op! De gevolgklasse 1 vallen alleen onder de Wkb wanneer het nieuwbouw betreft. Bij verbouwen van bestaande gevolgklasse 1 bouwwerken dient een aanvraag omgevingsvergunning ‘Bouwactiviteit (technisch)’ aangevraagd te worden. Er kunnen ook nog bijzondere lokale omstandigheden zijn.

De gevolgklasse 2 en 3 vallen nog niet onder de Wkb. Deze dienen beoordeeld te worden bij een aanvraag omgevingsvergunning ‘Bouwactiviteit (technisch)’. Binnen het buurtschap zullen gevolgklasse 2 en 3 bouwwerken niet of nauwelijks aan bod komen.

Alleen voor meldingsplichtige technische bouwactiviteiten (bouwwerken in gevolgklasse 1), is onder de Wkb een kwaliteitsborger verplicht. Zonder kwaliteitsborger kan er geen bouwmelding gedaan worden. Ook mag er niet begonnen worden met bouwen. Zowel de opdrachtgever als de aannemer of een andere bij de bouw betrokken partij kan de opdrachtgever zijn van de kwaliteitsborger.

Meer informatie over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en de daarbij behorende gevolgklasse is te vinden door te klikken op de link.

Procedures

Voor de bouwactiviteit (technisch) zijn er een aantal specifieke door het rijk (de overheid) bepaalde gevallen waarvoor er geen omgevingsvergunning nodig is. Deze gevallen staan benoemd in artikel 2.25 en 2.26 in combinatie met de uitzonderingen in artikel 2.27 van het Bbl.

Voorbeelden

  • Een bouwwerk met een dak, dat op de grond staat, niet hoger is dan 5 meter, zonder dakterras of balkon en het een bijgebouw betreft;
  • Een dakkapel;
  • Een vlaggenmast die niet hoger is dan 6 meter; en
  • Een zwembad, bubbelbad of vijver, etc.


Voor de bouwactiviteit (omgevingsplan) zijn er een aantal specifieke door het rijk bepaalde gevallen waarvoor er geen omgevingsvergunning nodig is. Deze gevallen staan benoemd in artikel 2.29 in combinatie met de uitzonderingen in artikel 2.30 van het Bbl.

In de bruidsschat (tijdelijk deel van het omgevingsplan) zijn óók een aantal gevallen opgenomen waarvoor er geen vergunning nodig is voor de bouwactiviteit (omgevingsplan). Deze gevallen staan benoemd in 22.27, 22.28 en 22.36. Echter zijn deze gevallen aanpasbaar door de gemeenten. Het tijdelijk deel van het omgevingsplan kan dus verschillen met het uiteindelijk definitief omgevingsplan.

Voorbeelden

  • Zonnepanelen, mits voldaan wordt aan bepaalde maatvoering;
  • Dakkapellen, mits voldaan wordt aan bepaalde maatvoering en positionering;
  • Dakramen, daklichten en lichtstraten, mits voldaan wordt aan bepaalde maatvoering en positionering, etc.

 

Het Omgevingsloket voorziet in een vergunningcheck. Deze check kan u verder helpen bij het bepalen of uw initiatief vergunningvrij of vergunningplichtig is.

Meer informatie over de vergunningvrije regel zijn terug te vinden in de wetteksten via:

Het projectbureau GEM-Crailo heeft de ambitie om zoveel mogelijk vragen en problemen voorafgaand aan een aanvraag omgevingsvergunning te beantwoorden en te verhelpen. Ze streven naar een nauwe samenwerking tussen initiatiefnemers het projectbureau.

Voor het Buurtschap Crailo is het mogelijk om in de zogenaamde voorfase via een projectleider van GEM-Crailo uw plannen te bespreken. De projectleider, vergunningverlener en initiatiefnemer zullen aanwezig zijn bij deze besprekingen. Tijdens deze fase zal uw project beoordeeld en besproken worden op aan de hand van een schetsontwerp (SO), een voorlopig ontwerp (VO) en uiteindelijk een definitief ontwerp (DO).

Is de voorfase doorlopen, dan kunt u een vooroverleg (conceptaanvraag) indienen via het omgevingsloket.

De Omgevingswet kent de mogelijkheid om voorafgaand aan een aanvraag omgevingsvergunning informatie te verzamelen voor wat er nodig is om een volledige aanvraag omgevingsvergunning in te kunnen dienen. Door een vooroverleg aan te vragen kan de behandeling van uw definitieve aanvraag sneller verlopen.

Tijdens het vooroverleg worden de initiatieven op VO en DO niveau beoordeeld. Een schetsontwerp wordt niet beoordeeld in een vooroverleg. Deze kan enkel en alleen beoordeeld worden in de voorfase. Wij hebben het streven om aan het einde van een het vooroverleg een DO op tafel te hebben die voldoet aan de ruimtelijke kwaliteiten (omgevingsplan).

Is uw vooroverleg positief, eventueel onder voorwaarden, afgerond, dan kan de definitieve aanvraagfase beginnen. Dit kan via het omgevingsloket.

Zowel het vooroverleg als definitieve aanvraag omgevingsvergunning zijn aan te vragen in het omgevingsloket https://omgevingswet.overheid.nl/aanvragen. LET OP! Onderdelen vraagt u aan door op de groene knop ‘start aanvraag’ te klikken. Het onderscheid van vooroverleg en definitieve aanvraag volgt bij stap 7 ‘Verzoeken indienen’. Hier kunt u aanvinken of het om een vooroverleg (conceptverzoek) of een definitieve aanvraag gaat.

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent 2 procedures: de korte procedure en de uitgebreide procedure. De Awb is een wet die de algemene regels bevat voor de verhouding tussen de overheid en de individuele burgers, bedrijven en dergelijke.

De korte procedure is het uitgangspunt in de Omgevingswet. De beslistermijn voor de korte procedure is normaliter maximaal 8 weken. Deze korte procedure is (bijna) altijd van toepassing. Ook bij aanvragen binnen het Buurschap Crailo.

In bepaalde gevallen geldt de uitgebreide procedure. Bij deze procedure beslist de gemeente binnen 6 maanden na aan aanvang van de aanvraag.

Beide procedures zijn eventueel te verlengen met 6 weken.

Meer informatie is te vinden via: