Gebouwtype 7

Bedrijven Op Zuid: kavelgrootte ≥ 3.000 m2

Bij het bouwen van een bedrijfsgebouw of bedrijfsgebouwen op kavels met een oppervlakte vanaf 3.000 m2 worden natuurinclusieve maatregelen uit onderstaande menukaart verwacht met een minimale waarde van in totaal twintig(20) natuurpunten

1Beplanting
2Habitatmaatregelen
3Dierenverblijfplaatsen

Beplanting

Ten minste 10 m2 van het kavel wordt voorzien van streekeigen (laag blijvende) plantensoorten. Dit wil zeggen: soorten die van nature voorkomen op de zandgronden van het Gooi.
Er wordt ten minste één boom geplant (hoogte minimaal 3 meter bij aanplant) van een van nature op de zandgronden van het Gooi voorkomende soort.
Er wordt tenminste één grote struik geplant (hoogte minimaal 1 meter bij aanplant) van een van nature in Nederland voorkomende soort.
Minstens 40 % van het dakoppervlak heeft een kruidendak met (sedum), grassen, kruiden en dwergheesters (15 - 30 centimeter) met streekeigen soorten, zonder soorten die niet van nature in Nederland voorkomen.
Minstens 40 % van het dakoppervlak heeft een begroeide daktuin met een grondlaag vanaf 30 centimeter. De begroeiing is voorzien van een hoge diversiteit met streekeigen soorten grassen, kruiden, struiken en/of bomen, waarvan ten minste 20 soorten insectvriendelijk zijn.
Gevelbeplanting zodanig aanbrengen dat het aannemelijk is dat 5 jaar na aanplant minimaal 25 % van het geveloppervlak (alle zijden, uitgezonderd ramen en deuren en andere objecten waar beplanting niet kan of mag groeien) begroeid is. Gevelbeplanting bestaat uit zelfhechtende klimplanten of klimplanten met een steunconstructie van in Nederland van nature voorkomende soorten, eventueel gecombineerd met tegen de gevel geplaatste dekking gevende struikachtigen.