Kun je ons meer vertellen over de Wet Kwaliteitsborging?
“De wet kwaliteitsborging moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van bouwwerken verbeterd wordt en de positie van de opdrachtgever wordt versterkt. De wet zal bij inwerkingtreding alleen gelden voor bouwwerken vallend onder Gevolgklasse 1. Dit zijn bouwwerken die als weinig risicovol worden gezien, zoals grondgebonden eengezinswoningen, kleine bedrijfshallen en eenvoudige verbouwingen.”
Deze nieuwe werkwijze heeft daarmee drie doelen:
- Een verbeterde (borging van de) bouwkwaliteit
- Een verbeterde positie van de consument door de zekerheid van een certificaat
- Het stimuleren van kwaliteitsverbetering en faalkostenvermindering
Kortom; het uiteindelijke doel van de Wkb is dat de consument minder last krijgt van gebreken en constructiefouten bij nieuwe gebouwen. Zo kunnen we in samenwerking met private kwaliteitsborgers ervoor zorgen dat de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht worden verbeterd.”
Hoe verlopen de pilotprojecten?
“De uitvoering van pilotprojecten is waardevol omdat alle betroken partijen van elkaar kunnen leren.Het ene project gaat vlot en soepel en het andere project vergt wat meer begeleiding, communicatie en bijsturing. Van de eerste toets en het stapsgewijs binnenhalen en controleren van de bijbehorende documenten tot aan het uitzetten van de constructieve toets om te zorgen dat alles aan het bouwbesluit voldoet. Na het goedkeuren van de bouwkundige en de constructieve toets gaan we vervolgens een borgingsplan opstellen. Vervolgens vindt de ‘kick off’ plaats en gaan we (digitaal) om tafel met de aannemer en bouwinspecteur om alle zaken af te stemmen.
Zo krijgen wij, en alle andere betrokken onze werkprocessen goed op orde voor de daadwerkelijke inwerkingtreding. De pilotprojecten geven ons de gelegenheid vertrouwd te raken met de toekomstige wetgeving.”
Hoe verwacht je dat de implementatie gaat verlopen?
“Er is veel interesse en belangstelling in de pilotprojecten. Aannemers en andere betrokkenen willen graag weten hoe het in zijn werk gaat, wat er van hen verwacht wordt en hoe we tot een goed eindresultaat komen. Lang niet iedereen is er proactief mee aan de slag maar naar mijn idee wordt de interesse wel steeds groter. En dat is een belangrijke ontwikkeling voor een succesvolle implementatie.”